Vragen - FAQ

Er leven in de samenleving heel wat vragen over hulp aan plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit gedrag en zeker seksueel misbruik op kinderen beroert velen tot in hun hart. Hulp aan plegers van plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag is dan ook een thema waarvoor veel belangstelling bestaat. Ofwel zijn de verwachtingen hoog gespannen en is er een nieuwsgierigheid wat deze hulp allemaal kan waarmaken. Ofwel is er ongeloof en wantrouwen en stelt men zich vragen of er wel een alternatief is voor levenslange opsluiting. I.T.E.R. wordt dan ook met vele vragen geconfronteerd. We willen in deze rubriek de meest gestelde vragen beantwoorden, omdat we ervan uitgaan dat deze vragen terecht zijn. De maatschappij investeert geld in gespecialiseerde hulpcentra en heeft dus recht op antwoorden.

Deze webstek gaat niet over misbruik in het algemeen maar over hulp aan plegers. Toch vinden we het nuttig om ook enkele vragen over misbruik te beantwoorden, omdat dit duidelijk maakt hoe we er mee aan de slag gaan. Bij de meeste vragen hebben we één belangrijk artikel of boek vermeld waarin de geïnteresseerde lezer zich verder kan verdiepen.

14 - Heeft gedwongen daderhulp zin?

< Terug naar overzicht

Therapie moet in alle vrijheid en ongedwongenheid kunnen plaatsvinden. De cliënt meldt zich bij zijn therapeut en samen gaan ze gemotiveerd de psychische klachten te lijf. Dit is het klassieke beeld dat over therapie bestaat. De realiteit is echter vaak anders. Echtparen melden zich bij de therapeut, omdat een relatie zo verziekt is dat een scheiding nog de enige uitweg lijkt, tenzij in therapie ... Kinderen worden door hun ouders op sleeptouw genomen naar die brave psychiater die ... Getormenteerde mensen die de druk in hun hoofd absoluut niet meer aankunnen, slepen zich naar een dokter, omdat ... Depressieve volwassenen worden door hun omgeving naar de therapeut gestuurd, omdat het niet meer om aan te zien is hoe ... Enzovoort.

Dwang, zich gedwongen voelen, geen andere uitweg meer zien, speelt in vele gevallen een rol bij de uiteindelijke beslissing om een therapeut op te zoeken. Ook in de klassieke therapie is het vaak een pluspunt, als andere mensen de therapie mee ondersteunen. Als haar echtgenoot de depressieve Maria mee motiveert om de therapie vol te houden, is de kans groter dat het ook zal lukken.

Iets gelijkaardigs is er bij daderhulp. Eigen motivatie is goed en is uiteraard een pluspunt. Maar die motivatie blijkt vaak niet voldoende te zijn om dadertherapie vol te houden. In therapie zullen levensgrote vragen gesteld worden: wie ben ik? wat heb ik gedaan? wat wil ik met mijn leven? Er zijn plegers die de weg naar therapie zelfstandig vinden en uit eigen motivatie aan hun probleem willen werken. Maar als de therapie te heet wordt, te confronterend, te dicht bij de kern van het probleem komt, haken ze soms af. Zo moeilijk hadden ze het zich niet voorgesteld. Een duwtje in de rug, een verplichting, zou dan geholpen hebben.

Dwang is dus geen hindernis voor dadertherapie. Integendeel. Zonder dwang zouden de wachtlokalen bij de dadercentra waarschijnlijk leeg zijn. Misschien kan therapiedwang nog het best vergeleken worden met schoolplicht. Natuurlijk is het beter dat kinderen graag naar school gaan en gemotiveerd zijn om aan hun toekomst te werken. Maar welk kind zou het elke dag volhouden zonder schoolplicht? En betekent dit dat de school niet meer zinvol is?

Cosyns, P., D. De Doncker & I. Oostvogels (2000). Gedwongen behandeling van seksuele misbruikers. In: C. Dillen & P. Cosyns (Eds), Behandeling van seksuele delinquenten in België (pp. 43-67). Leuven/Apeldoorn: Garant

Print